Dit is het aangrijpende verhaal van de twaalfjarige Louisa Mae Cardinal, die in New York woont met haar verlegen broertje Oz. Het is 1940 en ze hebben het niet gemakkelijk, want het inkomen van hun vader, die schrijver is, is niet hoog. Maar dat kan Lou niet zoveel schelen, want ze aanbidt haar vader en is gek op zijn verhalen. Maar dan, in één verschrikkelijk moment, verandert Lou’s leven voorgoed. Een auto-ongeluk maakt een einde aan hun vaders leven, waardoor zij en Oz moeten verhuizen naar het verre Virginia. Daar, in het isolement van de desolate bergen, komen ze te wonen bij hun excentrieke overgrootmoeder Louisa, Lou’s naamgenote. Geplaatst tegenover nieuwe verantwoordelijkheden ziet Lou zich gedwongen snel volwassen te worden. Daar, op haar overgrootmoeders eenvoudige boerderij, op het land waarvan haar vader zo hield en waarover hij steeds weer schreef, ontdekt zij wie zij werkelijk is en wat zij kan betekenen voor deze wereld. En wanneer een vernietigend noodlot hun nieuwe huis treft kan zij de strijd die volgt het hoofd bieden; een strijd die gaat om recht en overleving en die gestreden wordt in een overvolle rechtszaal in Virginia…